Oorlog, Verzet en strijd in Indië – Jan Rietveldt

Nederland heeft met de tweede wereldoorlog en de dekolonisatie die daarna volgde in Indië/Indonesië een periode gekend van 10 jaar aan ontberingen en strijd. Jan Rietveldt heeft die periode meegemaakt en daarin ook steeds een actieve rol gehad. Zijn medailles en bijbehorende papierwerk maar ook emblemen en een vals persoonsbewijs zijn via zijn familie in handen gekomen van Erik Hovinga en mocht ik in 2023 van hem aan mijn verzameling toevoegen.

Voor de oorlog was Rietveldt tijdens zijn dienstplicht opgeleid als onderofficier en hij werd in 1933 wachtmeester bij het 4e Regiment veldartillerie dat zich in Ede bevond. In 1939 werd hij gemobiliseerd en streed mee in de meidagen van 1940. Hiervoor ontving hij na de oorlog het Oorlogsherinneringskruis kreeg met gesp Nederland Mei 1940.

Dan begint de bezetting en ook hierin zal Rietveldt een actieve rol spelen. Bij de verzetsgroep Geheime Dienst Nederland, ook wel bekend als de Groep Herman. September 1944 kort na het begin van de Operatie Market Garden gaat hij over naar het verzet in Ede, naar de groep van “Bill” (Derk Wildeboer) die onderdeel zijn van de net opgerichte Binnenlandse Strijdkrachten (BS) waarin al het verzet verenigd wordt op last van de Koningin. Rietveldt wordt plaatsvervangend commandant van de groep Ede (Binnenlands Gewest 6 – Veluwe) onder de schuilnaam “Lex”.

September 1944 is de maand dat operatie Market Garden plaats zou vinden. Dit was een grote Airborne actie die bedoeld was om de brug van Arnhem over de Rijn te veroveren en zo de doorgang van de geallieerde troepen over de bruggen mogelijk te maken. Hierover is genoeg geschreven dus dat zal ik hier niet herhalen. Ede was één van plekken waar een grote groep parachutisten gedropt werd. Na het mislukken van de actie bleven er veel parachutisten achter in de omgeving die dus nog steeds in Duitse handen was. Velen werden door het verzet verstopt en uiteindelijk werden twee pogingen gedaan om die troepen naar bevrijd gebied te brengen. Die twee acties staan bekend als Operation Pegasus (naar het gevleugelde paard dat het embleem was van de Engelse Airborne troepen). Er waren twee volgtijdelijke acties dus Pegasus I en II. De acties werden georganiseerd door de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) van Ede waar Rietveldt dus inmiddels (een?) plaatsvervangend commandant was en dus een rol in beide acties zou hebben als belangrijk staflid van de lokale BS!

Pegasus I wordt algemeen als een groot succes beschouwd waarbij rond de 138 mensen teruggebracht zijn naar bevrijd gebied. Vooral parachutisten maar ook bemanningen van vliegtuigen en verzetsmensen zoals Douw vd Krap die na de oorlog de Militaire Willemsorde verleend krijgt. In het citaat van zijn Willemsorde wordt ook vermelding gemaakt van de oversteek over de Rijn.

Bij de BS in Ede is Derk Wildeboer (alias Bill – Big Bill) de commandant die na de oorlog voor zijn verzetsdaden een Bronzen Leeuw verleend krijgt met name voor zijn rol in de Pegasus I actie. De groep mensen die bij het verzet in Ede en specifiek de Pegasus acties betrokken is was natuurlijk veel groter maar slechts enkelen worden met een onderscheiding beloond. Twee leden van het verzet uit Ede /de BS, Peelen en De Nooij, wordt een Kruis van Verdienste verleend voor het gevaarlijke werk dat zij verrichten gedurende Pegasus I. De belangrijkste onderscheiding is echter voor een Engelse Airborne officier, Dobie, aan wie na de oorlog een Militaire Willemsorde verleend wordt als de “architect” van Pegasus I.

Na het succes van de eerste actie wordt Pegasus II gepland om de resterende achtergebleven parachutisten en anderen in tweede instantie ook naar bevrijd gebied te brengen. Deze actie draaide op een mislukking uit mede doordat de actie overgenomen wordt door de militairen die adviezen van het verzet naast zich neerleggen tijdens de uitvoering van de vluchtpoging. Uiteindelijk bereikt maar een handvol mensen de veiligheid bij deze tweede actie.

Abraham du Bois had een belangrijke rol in de tweede actie. Hij was voor de tweede keer geparachuteerd in Nederland. Eerst als onderdeel van een Jedburgh team ten behoeve van Market Garden en de tweede keer met als specifieke opdracht om achtergebleven para’s door de linies te krijgen. Hij had een belangrijke rol in de voorbereidingen van Pegasus II maar moest uiteindelijk het commando overdragen aan een Britse majoor waardoor de invloed van het Nederlandse (Ede) verzet bij de uitvoering helaas beperkt was. Du Bois werd later opgepakt en gefusilleerd, hij kreeg postuum een Bronzen Leeuw verleend.

Verder had Rietveldt nog een belangrijke rol in de mislukte wapendropping bij Lunteren (Keuenklep). Daarbij worden uiteindelijk 17 verzetsmensen opgepakt die allen de dood vonden. Een tiental verzetshelden wordt in mijn woonplaats Amersfoort gefusilleerd aan de Appelweg waar nog steeds een monument staat ter nagedachtenis aan hen. De kogelgaten zijn nog zichtbaar in de muur. Dit is een vergeldingsactie omdat enkele dagen eerder een foute politieman door het verzet is doodgeschoten in Amersfoort. Er is geen link tussen de verzetsleden die betrokken zijn bij de aanslag en de verzetsleden van de wapendropping. Alle mannen die opgepakt zijn met betrekking tot de wapendropping zijn echter voor hun transport naar Amersfoort al ter dood veroordeeld. Voor de vergeldingsactie zijn ter dood veroordeelden uit Kamp Amersfoort gebruikt, in dit geval dus zonder betrokkenheid tot de aanslag op de politieman.

Foto van Wikipedia

Voor zijn dienst in de Binnenlandse Strijdkrachten krijgt hij de herinneringsspeld BS en in 1981 zal hij het in 1980 ingevoerde Verzetsherdenkingskruis ontvangen. Zoals voor de meeste verzetsmensen blijft het bij deze decoraties voor hun levensgevaarlijke inzet tijdens de oorlog.

Bij de papieren zit ook een Persoonsbewijs dat hij vermoedelijk droeg bij zijn verzetswerk. Het is natuurlijk een vervalst PB. Het persoonsbewijs zelf lijkt origineel (er zijn ook door het verzet valse versies gedrukt) maar het lijkt hier te gaan om een gestolen blanco versie. De naam is namelijk niet te traceren in Brunssum waar deze geboren zou zijn. Verder is de persoon niet ingeschreven op het adres dat in het PB staat en uiteraard is de foto wel van Rietveldt maar de naam is een andere. (met dank aan de input via de Facebook groep Persoonsbewijzen.nl)

De groep leden van de Binnenlandse Strijdkrachten die na de oorlog door wil vechten is groot. Het eerste idee is dat er een bataljon is dat dienst zal doen in Duitsland als wachtbataljon maar de plannen veranderen al snel naar de bevrijding van Indië dat op dat moment nog bezet is door Japan. Binnenlandse Strijdkrachten gewest 6, Veluwe, wordt het Oorlogsvrijwilligers (OVW) Regiment 1-8 van de infanterie met als bijnaam het Veluwe bataljon met een passende haan als symbool op hun eenheidsembleem dus ook wel met de bijnaam “de Haantjes”. Het bataljon was één van de batlajons binnen de U-Brigade.

Het embleem van het Veluwe Bataljon en dat van de U brigade uit de nalatenschap van Rietveldt.

Rietveldt wordt aangesteld als een compagniescommandant bij deze eenheid en wordt tijdelijk benoemd in de rang van eerste luitenant in juni 1945.

Rietveldt als eerste luitenant, compagniescommandant bij de BS het Veluwe Bataljon, 1-8 RI

Als duidelijk wordt dat de eenheid doorgaat naar Indië krijgt hij in September de tijdelijke rang van Kapitein en in 1947 zelfs de rang van Majoor. Hij is de commandant van de 5e compagnie. In Indië wordt deze compagnie na verloop van tijd opgedeeld om de andere compagnieën te versterken. Het restant van de mannen en de officieren gaan over naar de 2e compagnie waarvan hij de commandant zal zijn voor het verdere bestaan van de eenheid in Indië. In het boek van Gerben Visser over de Haantjes wordt Rietveldt bijgenaamd “de grote haan”.

Op deze website is een kort overzicht te zien van de geschiedenis van de eenheid in Indië. Na het vertrek uit Nederland blijkt dat ze in eerste instantie van de Engelsen geen toestemming krijgen om naar Java te reizen waardoor ze een tussenstop van enkele maanden op Malakka maken. Tijd die ze gebruiken om te wennen aan het klimaat en de eenheid te trainen. In maart 1946 komen ze aan op Java maar vlak voor het einde van dat jaar gaan ze over naar Sumatra waar ze ook de 1e politionele actie meemaken. Alle eenheden die bestaan uit oorlogsvrijwilligers worden in de loop van 1948 gedemobiliseerd en komen niet meer in actie bij de 2e politionele actie.

Rietveldt op kanon. Hij en de mannen zijn gekleed in de bekende camouflage overalls. Foto van internet.

De eenheid komt in 1948 naar Nederland terug zoals de meeste OVW eenheden en in 1949 wordt hem eervol ontslag verleend maar hij zal bij het leger betrokken blijven als reserve officier. Het is dan sinds de mobilisatie van 1939 ruim 10 jaar dat hij geen normaal bestaan als burger gehad heeft, veel ontberingen en stress gekend heeft en daarbij veel medeverzetsmensen en militairen het leven gelaten hebben.

In 1975 wordt hij voor zijn werk bij Verkeer en Waterstaat zoals het toen heet benoemd tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau, mogelijk in verband met zijn pensioen bij rijkswaterstaat waar hij rayonchef was.

NRC 1975 via Delpher

Een lijst met zijn belangrijkste emblemen en medailles en onderscheiding bevinden zich nu in mijn verzameling zoals boven al benoemd. Hier een overzicht van de items in de lijst:

Bronnen:

Wikipedia: Jan Rietveldt

Facebook groep Persoonsbewijzen.nl en https://www.gerhardbadrian.nl/

Ben Verduijn: Fatale dropping Keuenklep 8/9 maart 1945 (Rietveldt wordt in het boek Rietman genoemd)

Cees Haverhoek: Get ’em out – Pegasus I en II

Gerben Visser: De Haantjes in vogelvlucht

Pieter Brugman: Naar de Oost

Delpher

KNIL 1942 – dapperheid tegen Japan

Binnen mijn verzamelingen is dapperheid een thema en Indië een ander thema, vaak ook in combinatie met elkaar. De verdediging van het toenmalige Nederlands Indië tegen de Japanse aanval en ook de verzetsdaden daarna hebben grote daden van dapperheid laten zien. Enkele daarvan zijn opgetekend en daarbinnen zijn een klein aantal beloond met (militaire) onderscheidingen. Na de val van Indië konden enkelen ontsnappen naar Australië en vanaf daar de oorlog voortzetten maar de meesten, zowel militair als civiel kwamen in de Japanse kampen terecht waarvan de verschrikkingen bekend zijn.

Een verloren oorlog, gevolgd door Japanse kampen. Daarna een bevrijding en voor velen korte tijd later weer een oorlog, de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Deze resulteerde in het verlies van de kolonie en voor een deel van de betrokkenen een tocht naar Nederland. Voor sommigen een terugkeer maar voor velen een eerste kennismaking met dit land. De aandacht en interesse voor de oorlog in het verre Indië was beperkt zeker na de overdracht van de kolonie aan de Indonesiërs en de focus op de opbouw van Nederland dat ook zwaar geraakt was door de oorlog in Europa.

Die aandacht is daarna eigenlijk nooit echter verder ontwikkeld en in mijn blogs probeer ik toch deze vergeten helden een plek te geven en aan die vergetelheid te onttrekken. Helden in militair opzicht maar vaak ook in menselijk opzicht door de betrokkenheid bij het redden van mensen onder zeer zware en gevaarlijke omstandigheden.

Hier een kort overzicht van de verhalen op deze site met betrekking tot de Japanse aanval tegen Nederlands Indië en de daarvoor beloonde helden.

Adriaan Zijlmans die als KNIL Marechaussee officier rond de 3000 vrouwen en kinderen (burgers en familie van KNIL militairen) in veiligheid bracht vanuit Atjeh naar midden Sumatra en voor een Militaire Willemsorde verleend kreeg.

Een Bronzen Leeuw werd postuum verleend aan sergeant Van der Veen van de KNIL Infanterie die na de capitulatie doorging met de guerrilla tegen de Japanse bezetters en dit na gevangenname met de dood moest bekopen.

Een Bronzen Leeuw voor luitenant Samson als vlieger van de ML KNIL (Militaire Luchtvaart) oorlogsvluchten uitvoerde onder zware en gevaarlijke omstandigheden.

Het Vliegerkruis postuum toegekend aan luitenant Harkema van de Marine Luchtvaart Dienst (MLD) direct betrokken bij het redden van opvarenden van de Van Nes en de Sloet van Beele.

Een Bronzen Kruis voor de landstormsoldaat KNIL Tuinenburg die uit een gevangenkamp in Thailand wist te ontsnappen, zich bij het lokale verzet aansloot en zich na de Japanse capitulatie weer bij het kamp meldde!

Een Bronzen Kruis voor Marine kwartiermeester Staal voor zijn onverschrokken handelen aan boord van de Hr Ms Tromp gedurende de Japanse aanval.

Dat hun levens, opoffering en dappere daden herinnerd mogen worden!

KNIL – Bronze Lion (posthumously) resistance against the Japanese in 1942

The Bronze Lion – Bronzen Leeuw (BL) – is the 2nd highest Gallantry decoration of the Netherlands. It was instituted in 1944 and was the final part of the renewal of the Dutch system of gallantry decorations to extend beyond the Miltary Order of William, which remained the highest gallantry decoration.

Between 1944 and 1962 the Bronze Lion was awarded 1206 times. Most of these were for actions in WW2 (also retroactive for actions starting in 1940) and the colonial war in Indonesia in the period from 1945 to 1950. More recently it has been awarded several times for actions in Afghanistan.

In total 336 awards were to allied WW2 men and 869 to Dutch of which 177 were postumously awarded. A total of 176 were awarded to members of the Dutch East Indies Army.

The documents here are for a posthumously awarded Bronze Lion to a sergeant of the infantry of the Dutch East Indies Army. The Bronze Lion and papers were sent to the father of the sergeant without any ceremony.

I am still researching the circumstances and hope to find more info on this resistance/guerilla group but here the info I have accumulated so far.

First the accompanying letter to the father which makes this a rare paper group!

And below the two pages of the award document including the full citation:

Citation. See for the full text in Dutch farther below. It states that the awardee sergeant A.P.J. van der Veen was awarded the BL for his guerilla actions on the island of Celebes after the Japanese invasion (and following Dutch surrender) together with 7 other NCO’s and 2 officers. They participated in actions as a group but also split into several smaller groups led by the two officers. After some time they had no ammunition and food supplies left and fell into the hands of the Japanese. The Japanese showed no mercy for the continuation of guerilla actions after the main force had already surrendered. All 10 men were executed in August 1942 by the Japanese but on different dates and locations.

The following newspaper article from 1985 sheds some more light on the guerilla group on the island of Celebes:

Here is a translated summary of the text above:

The total group initially consisted of some 120 men. Lt Van Daalen already was in the process of surrendering his weapons after the main force on Java had surrendered in the beginning of March. Lt De Jong took action and stopped him, retook the guns that already had been handed in and freed the Dutch Prisoners of War from the Japanese force of some 50 men. The 120 men were split into several smaller groups all trying to survive and fight the Japanese. Without modern means of communication they kept in contact through couriers only. They did have some radiocommucation with the Dutch forces in Australia where they requested additional supplies and guns. These were delivered some five weeks later by the Australian Air Force, unfortunately the communication was also noticed by the Japanese. Based on that they sent 500 men of additional forces to the region. The Japanese were able to capture the dropped supplies.

In the beginning of August, after 5 months of fighting guerilla actions all supplies and ammunition were gone. The Japanese pressure on local people to hand over the guerilla’s was also intensified in that period. Based on these circumstances maintaining the group as a whole was no longer possible. Lt De Jong decided to give all remaining men the freedom to act as they saw fit. Surrender to the Japanese, try to hide or continue to fight as he and Lt Van Daalen and some 14 men did. After a few more days Lt De Jong and Lt Van Daalen and their men all were captured. All captured men were beheaded for their actions.

One sergeant that had chosen to go into hiding was able to stay out of the hands of the Japanese during the entire war and was the only known survivor of the group. He received no gallantry award! The faith of many of the others remains unknown/unresearched.

The commanding officer Lt De Jong was awarded the Military Order of William 4th class – the highest decoration for Gallantry. The other officer Van Daalen and 7 NCO’s were all awarded a Bronze Lion.

Lt Van Daalen was awarded the Bronze Lion before the awards to the NCO group. His text is different from that of the NCO’s but also different to that of the MWO. His award was made on January 27th 1947.

The NCO’s of the group received the Bronze Lion more than half a year later, on September 13th 1947. What the reason is for the difference remains unclear, but the size of the group probably influenced this and maybe the research into all men of this group.

Lt De Jong was awarded the MWO on October 7th 1947. That award process is the most difficult one to complete so that it was awarded later makes sense.

573        The late Willem Hendrik Johannes Everhardus van Daalen, born Batavia September 6th 1914, first lieutenant of the Royal Dutch East Indies Army, passed away, Sario-Menado August 25th 1942.

So far I have not been able to determine why the 8th NCO that is mentioned in the citation was not awarded a Bronze Lion. My hypothesis is that he was an indigenous soldier of whom the authorities have not been able to determine enough details or even a name. Probably similar to BL 653 to Sergeant Malawan of whom no other details are given. Not even his Army number has been traced.

Here is a list of the group of Bronze Lions, all with the same citation text:

650        The late Johannes Antonius Gerissen, born Nijmegen April th 1909, sergeant-major-instructor of the Royal Dutch East Indies Army (army number 87021), passed away Kolonodale, August 15th 1942.
651        The late Nicolaas Christianus Antonius de Jager, born Leeuwarden August 8th 1905, sergeant-major-administrator of the Royal Dutch East Indies Army (army number 85463), passed away, Kolonodale 14 aug. 1942.
652        The late Cornelis Wouter Kors, born Djokjakarta July 11th 1908, quartermaster of the Royal Dutch East Indies Army (army number 84598), passed away Kolonodale August 15th 1942.
653        The late Malawan, sergeant of the Royal Dutch East Indies Army, passed away Kolonodale August 28th 1942.
654        The late Teunis Gijsbertus Onwezen, born Amersfoort November 5th 1908, sergeant of the Royal Dutch East Indies Army (army number 86235), passed away Kolonodale August 15th 1942.

657        The late Arnoldus Petrus Johannes van der Veen, born Batavia March 20th 1919, sergeant of the Royal Dutch East Indies Army (army number 92899), passed away Kolonodale August 12th 1942.

659        The late Hendrik Wonnink, born Soerabaja 23 juli 1914, sergeant of the Royal Dutch East Indies Army (army number 92361), passed away Kolonodale August 12th 1942.

Through the website of the Dutch War Grave society it is also possible to search on location. The location Kolonodale shows two more victims in the same period. Soldier Cornelis Reijnhout born in Middelburg March 29th 1914 and sergeant Johannes Hendrik de Bruin born in Djokjakarta October 8th 1903. Both passed away on the same date as sergeants Wonnink, Van der Veen but did not receive gallantry awards. If they belonged to the same group (my current hypothesis) still has to be researched.

And the last award for this action is to the commanding officer of the group who was awarded the Military Order of William on Ocotber 7th 1947

5591    The late Johannes Adrianus de Jong, born 17-7-1914 Rotterdam, son of Frederik Willem and Aleida Suijkerbuik, passed away 25-8-1942 Sario.

They shall not be forgotten!

Full text of the citation in Dutch:

Wijlen Arnoldus Petrus
Johannes van der Veen
, geb. Batavia 20 maart 1919, sergeant der infanterie van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (stamboeknummer 92899), overl. Kolonodale 12 aug. 1942.

Heeft zich – tezamen met 7 andere onderofficieren – in de oorlogsmaanden 1941/1942 tijdens de acties in Celebes, onderscheiden door daden van bijzondere moed en beleid tegenover de vijand.
Behorende tot het Troepencommando van Menado, waren zij ingedeeld bij de afdelingen van de Luitenants de Jong en van Daalen, die – na de capitulatie van het Java Leger – weigerden gehoor te geven aan de oproep om de wapens neer te leggen en besloten de strijd voort te zetten, welke in hoofdzaak plaats vond in het gebied tussen Poso en Kolonodale in Midden-Celebes.
Door guerilla-actie, nu eens gezamenlijk, dan weer gesplitst optredende, werden de vijand belangrijke verliezen berokkend, waarbij echter aan eigen zijde ook offers moesten worden gebracht.
De steeds opgejaagde troep kreeg uiteindelijk gebrek aan munitie, voedsel en medicamenten, terwijl de bevolking, onder druk van de Japanners, geen hulp meer durfde verlenen.
Tenslotte vielen de resterende militairen in handen van de vijand, in wiens ogen hun voortgezette weerstand geen genade kon vinden.
De beide officieren, commandanten, werden naar Menado overgebracht en aldaar onthoofd, terwijl deze 8 onderofficieren te Kolonodale moesten achterblijven, alwaar zijn in de maand Augustus 1942 werden terechtgesteld.
Het zou de Luitenants niet mogelijk zijn geweest het verzet zovele maanden vol te houden, indien zij niet de krachtige steun van deze onderofficieren hadden gehad. Naast grote moed en trouw hebben zij bij het herhaald gesplitst optreden ook het benodigde beleid getoond.
Evenals thans reeds in Minehassa geschiedt met de namen van de Luitenants de Jong en van Daalen zullen daar in de toekomst ook de namen van deze onderofficieren als sieraden van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger met eerbied en waardering worden genoemd.